Wie kleedt Kapitein Van den Decken?
Wie bepaalt welke kleding Kapitein Van den Decken draagt?
“Al voor de zomerstop heeft onze regisseur, Sharon Slachter, de leden gevraagd op zoek te gaan naar afbeeldingen van kleding die past bij hun rol. De aangeleverde afbeeldingen van de leden zijn besproken in een vergadering met de kledingcommissie en de regisseur. De leden hadden zich goed verdiept in de rollen en de meeste afbeeldingen kwamen overeen met het beeld dat Sharon zelf had.”
Het is dus uiteindelijk de regisseur die samen met de kledingcommissie de keuzes maakt.
“Klopt inderdaad. Samen maken we een kledingplan. Hierin staat beschreven welke types er zijn, welke kleding daarbij past en welke kleuren zij dragen. Je wilt bijvoorbeeld voorkomen dat er tijdens de voorstelling drie mensen in dezelfde kleur naast elkaar staan. Een gemêleerd beeld is vaak mooier, tenzij het voor een bepaalde scène nodig is dat mensen dezelfde kleur dragen. De manier waarop het kledingplan tot stand komt, verschilt per stuk en regisseur. Dit jaar konden de leden zelf aangeven hoe ze zichzelf in het stuk zagen. Dat was vorig jaar, bij Halleluja!, met al die (zelfde) nonnen wel iets anders!”
Hoe komen jullie eigenlijk aan al die kleding?
“In de afgelopen jaren heeft de kledingcommissie veel kleding verzameld en daarnaast ontzettend veel zelf genaaid. Deze kleding ligt allemaal in onze opslag. Dit jaar kunnen we gelukkig veel van deze kostuums opnieuw gebruiken. Hier en daar met aanpassingen, om te zorgen dat de kleding past in het zeventiende eeuwse decor van De Vliegende Hollander. Andere kledingstukken, zoals zeventien broeken in verschillende maten, liggen niet zomaar op voorraad en worden door de kledingcommissie genaaid. Een aantal specifieke kledingstukken hebben we niet in de opslag en vragen te veel tijd om zelf te maken. Deze worden gehuurd of geleend.”
En... wat draagt Kapitein Van den Decken?
“Sorry, maar daar mag ik niks over zeggen. Ik zou aan iedereen willen zeggen: koop een kaartje voor de voorstelling, dan zul je het gaan zien!”